Afgelopen zaterdag leerde ik Alex kennen in de kroeg. Type slick, maar eerlijk. Type ‘ik ben fout, maar dat zie je aan me, dus zeg het maar’. Type onweerstaanbaar dus.
“Dag schoonheid,” opende hij.
Ik was in een goeie bui, dus ik keek hem recht aan en draaide me toen om, zoekend naar degene voor wie zijn opmerking bedoeld zou moeten zijn. Goeie grap, vond ik.
“Ja, jij, jongedame,” lachte hij. Hij vond het ook een goeie grap. En hij kuste me.
Ik nam hem mee naar huis. Dat krijg je met die types onweerstaanbaar. Ik voelde me nog steeds vrolijk en luchtig. Ok, hij had gezegd dat hij een beetje aan het vrijbuiten was, maar hoe fout kon hij zijn? Het was tijd voor nog zo’n uitstekende grap, voor een mooie overdrijving. Ik zou hem aan het lachen maken en dan wie weet….
“En, met wie ga je morgen daten?” vroeg ik met een flinke dosis twinkelingen in mijn ogen. Ik complimenteerde mezelf: wat een fijnzinnige humor, wat een subtiele comedienne! Ik wachtte geduldig op zijn schaterlach, maar die bleef uit. Ik keek naast me en trof een nadenkende blik...
“Met Daniëlle, geloof ik. En maandag met Bianca. Hoezo?”
Exit Alex. En exit mijn carrière als cabaretiere. Gelukkig kan Carien er die middag wél hartelijk om lachen, om het verhaal Alex en mijn beteuterde blik erbij. Toch staat mijn besluit vast: voorlopig ga ik lekker ongrappig door het leven.