“Ik heb nooit gitaar gespeeld, hoor,” zeg ik verward.
“Oh, shit, sorry,” zegt hij.
“Verkeerde ex gebeld?” vraag ik.
“Eh, nee, natuurlijk niet, ik weet het al, het is een vriend van me,” hakkelt hij.
“Mmmm. Wil je gitaar gaan spelen?” vraag ik.
“Nou, nee, ik wil hem cadeau doen.”
“Wow, mooi cadeau! Voor wie?”
“Voor mijn vriendin,” zegt hij.
Hij wil zijn vriendin een gitaar geven.
“Je bent echt tot over je oren verliefd, hè?” zeg ik.
“Ja,” lacht hij, “ik geloof het ook, Freek.”
“Heb je met mij nooit gehad, hè, zo sterk?” vraag ik.
“Nee, dat klopt. Terwijl ik jou eigenlijk net zo leuk vond. Eh, vind. Maar weet je wat het is?” zegt hij en pauzeert even, “Ik val nu eenmaal op gooiertjes.”
“Je valt op wat??”
“Gooiertjes. Van die meisjes waar je een beetje mee kunt gooien. Klein, rank, slank. Formaat turnstertje, zeg maar. Die je fijn met één hand kunt verplaatsen in je bed.”