Joost legt een arm om me heen en neemt me mee richting Starbucks. Wachtend in de rij strijkt hij een pluk haar achter mijn oor. Hij kijkt me aandachtig aan en zegt: “Weet je wat jou ook goed zou staan? Een pony!” “Ja,” knik ik terwijl ik zijn kraag recht leg, “dat moet ik misschien eens proberen.”
Eenmaal aan de koffie vertelt hij de prachtigste vliegverhalen en zijn humor doet me een beetje aan mijn broertje denken. Ik denk dat ik eindelijk een GBF heb!!! Het werd ook tijd. Hebben niet alle succesvolle vrouwen een Gay Best Friend? “Ik ga vrijdagmiddag shoppen,” zeg ik, “heb je zin om mee te gaan?” Joost kijkt bedenkelijk. “Kijk maar, hoor,” zeg ik, “je bent natuurlijk net terug uit Bonaire. Bel me maar als je zin hebt.” Ik geef hem mijn nummer. Dan buigt hij naar me toe en geeft me een kus op mijn mond. Wat schattig. We hebben echt een klik. Ik kijk hem vrolijk aan. Dan kust hij me weer en voordat ik iets kan doen of zeggen voel ik zijn tong naar binnen schieten.
Die avond, tijdens de voorfilmpjes van Nova Zembla, legt Carien me lachend uit dat maar 30% van alle stewards homo is. “En de heterostewards hebben net zo’n mannelijk ego als de rest van Nederland. Dus de kans dat Joost je nog gaat bellen is niet zo groot. Darling.”