Roderick
mailde me vorige week. “Prettig om alvast kennis te maken, Frédérique,” schreef
hij. Ik had mijn naam nog nooit met twee streepjes erop gespeld. Hij was bereid
naar Utrecht te komen, sterker nog, hij stond erop en stelde voor elkaar te
ontmoeten bij de nieuwe wijnbar aan de Neude, Lefebvre. Hij zou meteen iets
reserveren om daarna een hapje te eten. Het leek me wat optimistisch voor een
eerste date, maar ach, optimisme is een mooie eigenschap.
Als
ik bij de wijnbar aankom in een roomkleurig jurkje met lage hakken -ik heb geen
idee hoe lang hij is- zie ik achterin de zaak een man vragend naar me kijken. Dat
zal hem niet zijn. De man aan de hoge tafel is grijs, draagt een pak en een
gouden horloge en legt een Blackberry weg. Ik kijk rond. Er zitten drie
stelletjes, twee setjes vriendinnen en een groep uitbundige vrienden of collega’s.
Roderick is er nog niet, lijkt het. De grijze man in pak zwaait naar me. Ik
lach terug en ga zitten aan een tafel verderop. Dan komt de grijze pakman naar
me toe. “Frédérique?” vraagt hij. “Eh, ja,” zeg ik.
Twee
uur later begin ik pas te beseffen wat voor man er tegenover me zit. Hij is wel
grijs, maar charmant, voorkomend en erg onderhoudend. Hij heeft een zeilboot,
een tweede huisje in de Alpen en een derde huisje aan de Rivièra. Op mijn
enthousiaste blik belooft hij me een ritje in zijn Porsche voordat hij me meeneemt
naar restaurant De Rechtbank. Daar bestelt hij een plateau fruits de mer voor
ons met een koele pinot grigio. Ik krijg visbestek dat ik nog nooit eerder heb
gezien en ik moet onmiddellijk aan haar denken: Pretty Woman’s Julia Roberts
tegenover haar Richard Gere. Ik spiek stiekem hoe hij zijn gereedschap gebruikt
en gelukkig belandt er niet, zoals bij Julia, een stuk kreeft bij de buurman op
schoot. Opgelucht schiet ik in de lach. “Voor 3000 euro ben ik de hele week van
jou,” zeg ik.
“Kon
hij er niet om lachen?” vraagt Carien die avond laat.
“Nee,”
zeg ik, “niet bepaald.”“Heb je het wel uitgelegd?” vraagt ze.
“Jazeker, maar hij kende de film niet en mijn toelichting over rijke kerels en straathoertjes kwam er totaal verkeerd uit.”
“Toen was hij weg?”
“Van nul tot honderd in vier seconden. Ik kon niet eens meer zwaaien.”