Mijn nichtje is 21 geworden en ik heb mijn moeder beloofd dat ik naar
haar feest zou gaan. Dus daar sta ik dan, als dertiger, tussen de hippe studentes
die net hun tentamens achter de rug hebben en onwijs toe zijn aan een feestje.
Ik sta al een uur mijn ogen uit te kijken in de club waarvan Viviƫnne
een deel heeft afgehuurd. Er zijn jurkjes met opengewerkte kanten rugpartijen, satijnen
jumpsuits en glimmende leggings onder tunieken met pailletten. Lange haren zijn
nonchalant opgestoken met zilveren pinnen, grote oorbellen dansen op de beats
van de hits van nu en ik zie hakken met afmetingen waar een stoeprand
hoogtevrees van zou krijgen. Ik voel me misplaatst. Het is ruim tien jaar
geleden dat ik zelf die leeftijd had, maar het is alsof deze generatie ‘twintig
zijn’ op een heel andere manier beleeft. Ik zat vol onmogelijke idealen, had
geen idee wat ik met mijn studie aanmoest en was onzeker over alles. Ik heb er
een decennium over gedaan om wat zelfvertrouwen op te bouwen, te weten dat ik
iets waard ben op mijn werk en een leuke man te durven aanspreken in de kroeg.
Deze meiden zijn allemaal zo goed gelukt; ze kijken de zaal rond alsof die zich
gelukkig mag prijzen dat zij aanwezig zijn. En terecht. Ik voel een steek van
jaloezie. Ik heb veel gewonnen sinds mijn twintigste, maar ook dingen verloren.
Mijn ogen zijn voorzien van kraaienpootjes, mijn dijen van cellulitis, de leuke
mannen zijn allemaal bezet, mijn agenda zit vol kraamvisites en daten gaat
tegenwoordig via sites en apps.
Moedeloos zoek ik het damestoilet op. Ik ga met mijn
waarschijnlijk al lang uit de mode skinny jeans op mijn enkels zitten en app
Hannah en Carien: “We zijn oud!”Ik zucht. En dan hoor ik twee paar hoge hakken de toiletruimte inwandelen. Gelukte-meiden-in-aantocht.
“Wat zit je haar mooi”, zegt de ene. Ik kan het niet zien, maar ik geloof haar onmiddellijk.
“Vind je?” zegt de ander.
“Ja, echt”.
“Nou, ik weet niet, hoor, van al die regen wordt het zo
krullerig”.
“Super juist. Je zal maar van dat stijle haar hebben zoals ik”.
“Hartstikke mooi, jouw haar, sufferd, zag je die kerels niet
kijken?”
“Wie? Stijn enzo? Eikels”.
“Nee, die leuke met dat grijze shirt en dat baardje, wat ouder,
maar erg lekker”.
“Kennen we die?”
“Nee, nog niet, daar gaan we zo eens dichter bij staan”.
“Vandaag niet, Suus, ik voel me lomp en lelijk, andere keer, ok?”
“Ok, schat, voor mij hoeft het ook niet zo, hoor. Ik ben gisteren
ongesteld geworden. Gaan we gewoon lekker met ViviĆ«nne kletsen”.
“Zou ze ons cadeau wel leuk vinden?”
Ik schiet in de lach, hardop. Gelukte
meiden?
En ineens is het stil buiten. Snel trek ik door, hijs mijn broek op
en draai de deur open. Voor de spiegel staan ze, Suus en vriendin, en kijken me
verschrikt aan met grote Bambi-ogen die zich lijken af te vragen of ik ze zat
uit te lachen. Ze zijn nog steeds rimpelloos in hun perfecte outfits, maar zien
er ineens zo kwetsbaar uit.
Ik houd mijn telefoon omhoog: “grappig appje”.
Ze lijken niet erg gerustgesteld, maar ik ben helemaal opgeknapt
van mijn dipje. Je zult maar twintig zijn. Zo mooi, zo jong, zo volmaakt, maar
geen idee wat je ermee aan moet. Eigenlijk mis ik alleen het onbevangen daten,
maar ik hoor net dat er een sexy man met baardje rondloopt, waar niemand op af
durft te stappen.
The end
Deze blog is eerder gepubliceerd bij ze.nl: http://www.ze.nl/p/151670/thirty-love_geen_twintig_meer